Beleidsprogramma circulair textiel 2025-2030

De textielindustrie is een sector waarin veel milieuwinst is te halen. Daarom werd in 2020 het Beleidsprogramma circulair textiel 2020-2025 gelanceerd. Dat is opgesteld om een systeemverandering in de complete textielsector in gang te zetten. Nu is er een vervolg: het Beleidsprogramma 2025-2030, waarin een volgende stap gezet wordt richting het uiteindelijke doel: een circulaire textielketen in 2050. 

Stel je eens voor: een wereld waarin circulaire businessmodellen de standaard zijn, waarin textiel duurzaam wordt geproduceerd, langdurig wordt gebruikt en hoogwaardig wordt verwerkt. Kleding en schoenen zijn geen wegwerpproducten meer, want mensen kopen er minder van en doen heel lang met hun spullen. Het straatbeeld laat tweedehands winkels zien, kledingverhuurbedrijven, kledingbibliotheken, kringlopen en reparatie-ateliers. Al het textiel is bovendien van goede kwaliteit, gemaakt van fossielvrije, biogebaseerde en gerecyclede materialen en is bovendien circulair ontworpen. Zodat het ook lang mee kán gaan, goed te repareren is en uiteindelijk weer gerecycled kan worden.

Andere realiteit

Helaas is de realiteit anders. Want momenteel is de textielsector nog steeds verantwoordelijk voor ongeveer 4 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikassen. Ook gooien we – ondanks een kleine afname - nog steeds bijna de helft van ons textiel bij het restafval waardoor het in de verbrandingsoven belandt. We kopen met z’n allen niet alleen steeds méér kleding, we gooien het ook steeds sneller weg. Deels vanwege de slechte kwaliteit van kleding en de opkomst van internationale e-commercebedrijven die kleding voor spotgoedkope prijzen aanbieden. Daardoor lijken we steeds minder waarde te hechten aan onze kleding. 

Hergebruik

Van al het gescheiden ingezamelde textiel (ongeveer 50 procent van al het textielafval) wordt ongeveer de helft hergebruikt. Slechts 6,8 procent daarvan blijft in Nederland, de rest wordt afgezet in het buitenland, voornamelijk in landen in het Globale Zuiden. Door het succes van tweedehandsaanbieders zoals Vinted en Marktplaats is er een lichte groei zichtbaar van hergebruik. Maar waar hergebruik groeit, neemt recycling vaak af, vanwege de ondergeschikte positie op de R-ladder. De R-ladder is een veelgebruikt model dat in zes stappen de mate van circulariteit aangeeft: hoe hoger op de ladder, hoe lager het grondstofgebruik.

Gerecycled neemt af

Bovendien werd al nog nauwelijks oud textiel gerecycled tot nieuw textiel; virgin vezels zijn namelijk nog steeds goedkoper dan gerecyclede vezels. Daarnaast zijn er meerdere factoren die recycling van kleding belemmeren. Denk aan de aanwezigheid van niet-verwijderbare verstoringselementen, zoals glitters, pailletten en zware coatings. Ook is het ingezamelde textiel soms te vuil voor recycling. Denk aan afvalzakken die in de textielbak zijn beland. 

Systeemverandering

Al deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat we met elkaar in een onhoudbare situatie zijn terechtgekomen. Als we niets doen blijven de stromen geproduceerde en afgedankte kleding groeien, terwijl opslagplaatsen nu al uit hun voegen barsten. Om dit tij te keren is er een verandering nodig in de volledige keten van producenten, consumenten en overheden. We moeten anders produceren, anders kopen en ander beleid voeren. Het Beleidsprogramma circulair textiel 2025 – 2030 biedt oplossingen waarmee we die doelen kunnen realiseren. 

Circulaire strategieën

Om deze ambities waar te maken wordt gebruik gemaakt van vier circulaire strategieën die ook in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) staan. Zij vormen een versimpelde weergave van de R-ladder. De vier strategieën zijn: 

  • Verminderen van grondstoffen: minder (nieuwe) grondstoffen door minder textiel te maken en minder te (ver)kopen.  
  • Substitutie van grondstoffen: al het textiel wordt gemaakt van fossielvrije, duurzame biogebaseerde en/of gerecyclede materialen. 
  • Levensduurverlenging: door een beter kwaliteit gaat textiel langer mee. Ook reparaties en hergebruik dragen bij. 
  • Hoogwaardige verwerking: al het textiel wordt gerecycled zodat het weer gebruikt kan worden als grondstof. 

Aan deze strategieën zijn concrete doelstellingen gekoppeld. Zo is een van de doelen dat we in 2030 gemiddeld per persoon 35 stuks nieuwe kleding kopen, in 2025 neemt dat af naar 25 stuks. Uiteindelijk is het doel om in 2050 te komen tot een volledig circulaire economie waarin al het textiel wordt gemaakt van fossielvrije, duurzame, biogebaseerde en/of gerecyclede materialen. 

De inzet de komende jaren

In het beleidsprogramma Circulair Textiel wordt uiteengezet welke stappen zowel nationaal als Europees gezet worden de komende jaren. Zo wordt in Nederland gekeken hoe mensen gestimuleerd kunnen worden om meer tweedehands te kopen en bewuster na te denken of je een kledingstuk wel echt nodig hebt. Gedragsonderzoek en campagnes moeten bijvoorbeeld antwoord bieden op de vraag hoe miskopen te voorkomen en hoe kleding langer gedragen kan worden. 

Ook de producenten hebben een belangrijke rol te spelen. Zo moeten producenten bijvoorbeeld zorgen dat hun verkochte kleding en schoenen weer worden ingezameld voor hergebruik en recycling. Hiermee zorgen we ervoor dat we kostbare grondstoffen optimaal gebruiken en ondersteunen we de inzamel-, sorteer- en recyclesector in Nederland. Er wordt ook gekeken hoe circulaire ondernemers in Nederland geholpen kunnen worden zodat ze beter kunnen concurreren met goedkope aanbieders van kleding die het minder nauw nemen met kwaliteit, milieu en duurzaamheid. 

Nederland heeft zich de afgelopen jaren in Europa hard ingezet voor maatregelen om de textielindustrie toekomstbestendig te maken, en blijft dat doen. 
Europees worden de komende jaren ontwerpeisen voor textiel ingevoerd. Daarmee moeten alle producten in Europa voldoen aan minimale kwaliteitseisen. Het gaat dan bijvoorbeeld om hoe lang kleding mee moet gaan, hoeveel gerecycled materiaal kledingstukken minimaal moeten bevatten, dat ze goed repareerbaar moeten zijn. Dankzij een Europees productpaspoort hebben consumenten toegang tot informatie over de duurzaamheid van textiel, zoals herkomst en gebruik van materialen. Tot slot gaat er een Europees verbod gelden op de vernietiging van onverkocht textiel.