Monitoring en sturing van de circulaire economie
Frank Dietz
(Hoofd Werkveld Circulaire Economie, Planbureau voor de Leefomgeving):
We gebruiken veel grondstoffen en we doen dat vooral verspillend, blijkt. En hoe weet ik dat? Nou ja, kijk rond je heen. We hebben het de laatste jaren regelmatig over de plastic soep in de oceanen. Nou dat is dus materiaal, plastic soorten, die bij elkaar terecht komen in de oceanen. En dat vinden we een probleem.
Marieke Spijkerboer
(Directie Duurzame Leefomgeving en circulaire economie, ministerie van IenW):
De doelstelling van de Rijksoverheid voor 2050 voor circulaire economie is om in 2050 in Nederland volledig circulair te zijn. Dat betekent dus dat we zoveel mogelijk grondstoffen weer hergebruiken en zo min mogelijk weggooien, storten of verbranden.
Frank Dietz:
Circulaire economie is een verzamelnaam om anders met ons grondstoffengebruik om te gaan. In plaats van dingen die we weggooien, eerst de vraag stellen kunnen we hem ook repareren, hergebruiken, opnieuw gebruiken, delen. En dan zou je zeggen: delen? Ja, auto’s delen we, hergebruiken we. We vinden het doodnormaal om een tweedehands auto te kopen. Maar waarom doen we dat niet met een iPad. Waarom doen we dat niet met een strijkijzer?
Marieke Spijkerboer:
Alle partijen die je maar kunt bedenken zijn van belang om te komen tot een circulaire economie. Het gaat om bedrijven, om consumenten maar ook om overheden. Zowel de Rijksoverheid als de decentrale overheid. We hebben daarvoor een cyclus ontwikkeld waarin we met die partijen gezamenlijk elk jaar een uitvoeringsprogramma publiceren. En ook elk jaar vragen aan PBL om te zeggen hoe gaat staan we er nu voor, in hoeverre zijn we nou goed op weg en waar zouden we nog meer moeten doen.
Frank Dietz:
Als ik wil weten hoe goed we in staat zijn om minder verspillend te zijn met de grondstoffen, dan moet ik kennis hebben van het grondstoffengebruik en weten welke grondstoffen je gebruikt, waar ze in de samenleving zitten, wanneer ze beschikbaar komen en waar ze een probleem kunnen zijn. Met het kennisconsortium van verschillende gerenommeerde kennisinstellingen, onder leiding van het PBL, bouwen we die kennisbasis steeds verder uit en op. En de primis inter paris daarin is de Integrale CE Rapportage. Die Integrale Circulaire Economie Rapportage.
Marieke Spijkerboer:
De bevindingen van de ICER nemen we weer mee in de actualisatie van het uitvoeringsprogramma. En vervolgens zullen we dat ook in activiteiten om gaan zetten en die zullen te zien zijn in de actualisatie van het Uitvoeringsprogramma. Zo zie je dat die cyclus is opgebouwd door telkens weer te leren en weer bij te sturen en weer nieuwe dingen te doen en dan weer te kijken hoe gaat dat dan, en dan weer op bij te sturen en weer nieuwe dingen te gaan doen.